Acht jaar was ik toen we televisie kregen. Het was 1968. Voor die tijd drentelde ik net zo lang langs de huizen waar wel televisie was tot ze me vroegen of ik soms televisie wilde kijken. Er was maar weinig kindertelevisie. Ik keek o.a. naar Woord voor Woord. Dat waren bijbelverhalen geschreven door Karel Eykman. De mooie tekeningen waren gemaakt door Bert Bouman en een heel jonge Aart Staartjes vertelde. Aart had een fijne stem en een prachtige hippe blonde lok haar voor zijn gezicht.
we waren fan
Later, in 1976, kwamen die verhalen in boekvorm uit. Ook weer met de illustraties van Bert Bouman. Met Sinterklaas kregen we het boek met, in mijn moeders mooie handschrift geschreven, de woorden: ‘Voor de kinderen Van der Heide’. We waren fan. Ik zie mijn vader nog lachen om de tekening bij het verhaal van Maria en Martha: Jezus met een geruite theedoek helpt bij de afwas. Ik weet nog mijn opgeluchte gevoel daarbij; bijbelverhalen die lucht gaven en soms met humor werden verteld.
En nog steeds gebruik ik de verhalen van Karel Eijkman bij mijn tienergroepen van Doopsgezind Amsterdam. Ik noem het geen kinderbijbel want de verhalen zijn voor iedereen. Ook de tekeningen zijn voor iedereen; de mooiste vind ik die van de Toren van Babel. Vanuit hemelperspectief zie je neer op een piepkleine toren. Woorden zijn niet meer nodig bij deze manier van verbeelden.
woorden zijn niet meer nodig
Vorig jaar startte er een nieuwe tienergroep in de kerk. Het waren brugklassers. We belandden in de Hof van Eden. Eerst lazen we uit de bijbel het verhaal, om te wennen aan de taal. We spraken over de mens en wat die mens allemaal tegenkomt in het leven; eerst de tijd van kind zijn en daarna meer en meer zelfstandig worden en keuzes maken. De brugklassers snapten het precies: de veilige basisschool lag nog maar vlak achten hen. Nadat we het verhaal doorgeplozen hadden, las ik het verhaal voor zoals Karel Eykman het vertelt. Een van hen zei: ‘Ik vind zijn verhaal veel vriendelijker’. Ik vroeg hen waarom Eykman dat dan zo had opgeschreven. Toen zei een twaalfjarig meisje: ‘Omdat hij wil dat we nog wat langer in het paradijs zijn’.
Heel soms zag ik Karel Eykman in de buurt van het Spui en ’t Singel lopen en ook zag ik hem een keer in de Singelkerk. Nu hij is overleden koester ik zijn hervertellingen van bijbelverhalen nog meer. Ze zijn me dierbaar.
tekst: Joke van der Heide
Beeld: Boekwinkeltjes.nl