Van 11 t/m 22 november is de wereld in Bakoe bijeen voor klimaattop COP29. Marijke van Duin – sinds 2000 lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken – volgt de top op de voet en schrijft over haar bevindingen.
Zaterdag was de laatste dag van de eerste week van de onderhandelingen. Het werk is nu overgedragen aan de ministers die maandag aan de slag gaan. Zoals gebruikelijk was er ’s avonds een lange afsluitende plenaire sessie. De uitkomst van de eerste week, vastgelegd in een lange rij documenten, moest passeren. Dat heeft te maken met de structuur van de onderhandelingen: veel items en subitems hebben hun eigen werkstroom. Een van de belangrijkste items waar geen consensus over werd bereikt, was het zogenaamde Mitigation Work Programme. Gezien de ernst van de klimaatcrisis zou je denken dat mitigatie (het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen) prioriteit zou hebben. Precies dat werd inderdaad meerdere keren gezegd. Vooral de rijke landen, waaronder de EU, het VK en de VS, uitten hun diepe teleurstelling dat er geen vooruitgang was geboekt. Ze gaven andere landengroepen, met name uit het mondiale Zuiden, de schuld van het blokkeren van de onderhandelingen.
Dit alles lijkt misschien vreemd, maar er zit een flinke adder onder het gras. Landengroepen uit het mondiale Zuiden legden uit dat het niet eerlijk is om van hen te verwachten dat ze deelnemen aan mitigatie-inspanningen. Zoals een afgevaardigde het zei (in mijn woorden): de ontwikkelde wereld laat geen koolstofbudget voor ons over, terwijl wij achterlopen in ontwikkeling. Hún emissies zullen naar verwachting zelfs stijgen, maar ze ondersteunen ons niet met voldoende klimaatfinanciering. Bovendien is eerder al overeengekomen dat de rijke landen het voortouw moet nemen op het gebied van mitigatie. Het is dus allemaal niet zo eenvoudig als het lijkt. Wat is nu rechtvaardig? Bij nader inzien: de enige manier om zowél mitigatie over de hele wereld mogelijk te maken, áls de verdere – duurzame – ontwikkeling van arme(re) landen, is een eerlijker verdeling van geld en schone technologie. Er is geen andere manier. Dus zijn we weer terug bij af: er is heel veel klimaatfinanciering nodig.
Zondagochtend werd Eurocommissaris Wopke Hoekstra in tv-programma Buitenhof daarover geïnterviewd, vlak voordat hij naar Bakoe vertrok. Hij leidt het EU-blok in de onderhandelingen, en zei dat een bedrag van $1 bn klimaatgeld “niet realistisch” is.
Bij ‘niet realistisch’ krijg ik altijd de kriebels
Als ik de uitspraak ‘niet realistisch’ hoor, word ik altijd een beetje kriebelig. Welke realiteit bedoelt Hoekstra eigenlijk? Niet die van veel landen in het mondiale Zuiden vermoed ik. Het gaat er natuurlijk om dat er gezamenlijk een nieuwe realiteit wordt geschapen. Een realiteit waarin grote sommen publiek klimaatgeld kunnen worden gegenereerd, o.a. door specifieke belastingmaatregelen en heffingen. Die mogelijkheid noemde ik al in een eerdere blog.
Maandag 18 en dinsdag 19 november komt de G20 bijeen in Brazilië. Laten we hopen dat dergelijke maatregelen daar worden besproken en de onderhandelingen in COP 29 vlot kunnen trekken. Terug naar Bakoe. Zaterdag was ook de Global Day of Action. Overal ter wereld werden klimaatmarsen gehouden, maar niet in Bakoe… Het conferentieterrein hier staat onder toezicht van de VN, maar is te klein voor een grote mars. En de Azerbeidzjaanse regering verbood een mars buiten het terrein. Er vond echter wel een krachtig stil protest plaats. Zoals al eerder genoemd is in de eerste week een indrukwekkend aantal side events gehouden. Side events zijn bijeenkomsten tijdens COPs – naast de onderhandelingen – rond een bepaald klimaatgerelateerd onderwerp, vaak georganiseerd door grote organisaties. De oecumenische beweging en haar partners presenteerden de afgelopen week onder meer:
Een indrukwekkende lijst! En dit is nog niet alles. Er waren ook allerlei bijeenkomsten in het Faith Pavillion: stunts, persconferenties en persberichten. De FBO’s laten van zich horen!
(17 november)
Tekst: Marijke van Duin
Beeld: World Council of Churches