Bij het jaarthema: Na het einde

‘Na het einde’ is een interessante theatervoorstelling met een heel klassiek thema: wie we zijn is een optelsom van de keuzes die we maken.

Na de knal is er even niks. Christiaan en Ali komen los van elkaar in het hiernamaals terecht. Of in ieder geval in iets na het levenseinde. Christiaan ontmoet daar Mahatma, een boeddhistische monnik. Ali ontmoet een Griekse filosoof. Beiden zijn boos. Beiden weten niet wat ze er doen en ze snappen niet wat die mensen van ze moeten.

Bankmedewerker Ali (Mohamed Azaay) die ondernemer Christiaan bedreigt, voordat ze ‘na het einde’ terechtkomen.

Het idee is eenvoudig: twee tegenpolen die meer op elkaar lijken dan ze in eerste instantie denken. Het idee is eeuwenoud en de conclusie ook. Als je iemand kent, kun je dan iemand echt haten?

Ali is een moslimextremist. Of eigenlijk niet echt. Zijn broer is omgekomen bij een aanslag van een rechtsextremist. En dat is Christiaan. Christiaans zwangere vrouw is omgekomen bij een aanslag van een moslimextremist. En die aanslag werd gepleegd door de broer van Ali. Zo is de cirkel rond. Maar ze weten dat niet van elkaar. Ze komen elkaar tegen als Christiaan een lening wil voor zijn bedrijf en Ali hem moet helpen. Maar Christiaan krijgt geen lening en dan begint hij racistische taal uit te slaan. Als Ali vervolgens een pistool trekt loopt het uit de hand. Tot de knal.

El Guennouni als Christaan en zijn ode aan de witte adelaar

In het hiernamaals gaan ze in gesprek met hun geweten (ik interpreteer de boeddhistische monnik en de Griekse filosoof als hun geweten). Hun geweten speelt met ze, stuurt ze – ook fysiek – alle kanten op. Na een ode aan de witte adelaar op de klanken van Wagner laat de monnik Christiaan als een wilde hond over het podium springen en blaffen. Dit alles wordt begeleid door een ud, een gitaarachtig instrument uit het Midden-Oosten. Het komt tot een climax als Christiaan de udspeler verrot scheldt: dat hij moet kappen met ‘z’n middeleeuwse kindergitaar’. Hier wordt er gespeeld met theaterwetten – de muzikanten zijn ineens onderdeel van het stuk. En dat gebeurt vaker, bijvoorbeeld als de violiste ineens de overleden vrouw van Christiaan blijkt te zijn. Dit werkt erg goed als spiegel en als vervreemdingseffect. Dat vervreemden is nodig om afstand te houden tot het onderwerp. Want het is niet niks, de haat die op het podium overtuigend gespeeld wordt. De boosheid van Ali en de agressie van Christiaan.

‘Na het einde’ is een interessante voorstelling met een heel klassiek thema: wie we zijn is een optelsom van de keuzes die we maken. Christiaan en Ali zijn tegenpolen en spiegels van elkaar. De conclusie: er is altijd een weg terug. Je kunt er altijd voor kiezen om te breken met wat was. Je kunt een stap naar voren doen om de ander te leren kennen – en dan kom je tot de conclusie dat je meer gemeen hebt met de ander dan je misschien denkt.

Na het einde’ van theatergroep Marmoucha. Met Mohamed Azaay en Karim El Guennouni. Nog in de theaters te zien tot mei.

Tekst: Kalle Brüsewitz
Beeld: Marmoucha/Ed Oner