Nieuwe Doopsgezinde Bijdragen is uit

Het gaat zelfs om een dubbelnummer (49/50). Zoals in eerdere nummers ligt het accent op religie geschiedenis van doopsgezinden in Nederland. In haar beschouwende inleiding wijst hoofdredacteur en hoogleraar kerkgeschiedenis Mirjam van Veen erop dat Vredestheologie tegenwoordig gekozen wordt als speerpunt in de doperse identiteit. “historisch bezien is echter wel de vraag wel relevant hoe de zestiende- eeuwse weerloosheid zich verhoudt tot de moderne weigering dienst te nemen in het nationaal leger”, aldus Van Veen. Een aanzienlijk deel van de bijdragen in de bundel richten zich dan ook juist op die vraag. De idee vredeskerk te zijn kleurde al meer dan eens de blik op het verleden, maar men kan dat immers ook omkeren, en vanuit de blik op het verleden nog eens kritisch kijken naar het hedendaagse denken en spreken over doopsgezinden als vredeskerk.

Daarnaast werd bij iedere bijdrage ook gekeken naar de manieren waarop de geschiedenis dienstbaar gemaakt kan worden aan de doopsgezinde gemeenten en hun gesprek over identiteit. Het levert heikele vragen op, waar men in deze editie op reflecteert. Want wat heeft voor het bepalen van de identiteit nu het meeste gezag: het verleden zoals het feitelijk was, de geschiedenis (dat wil zeggen de manier waarop we het verleden vertellen), of toch vooral het heden- en al wat dat heden van ons vraagt?

Kortom, zowel voor liefhebbers van (doperse) geschiedenis als voor wie graag reflecteert op de rol die doopsgezinden kunnen spelen in kwesties als duurzaamheid, vredeswerk, en verzoening met de schaduwkanten van de geschiedenis (met name het VOC-verleden en het daarmee verweven onrecht van slavernij) heeft dit nummer veel te bieden.

Tekst: Iris Speckmann