Samen het sterven vieren

Op 28 september werd in Heerenveen een nieuw boek van dr. Pieter Post gepresenteerd: “Samen het sterven vieren. Over het sacrale levenseinde”. Het is een tijdig boek: het aantal gevallen van euthanasie neemt toe. We worden steeds ouder, de wetgeving biedt meer ruimte voor beëindiging van het leven bij ondraaglijk lijden en de waarde van zelfbeschikking wordt steeds belangrijker in onze samenleving.

Als geestelijk verzorger van Mennistenerf heb ik gemerkt dat het moment van levensbeëindiging weliswaar minder met taboe is omgeven, maar dat er nog grote verlegenheid is hoe die levensbeëindiging kan worden begeleid. Als het moment van de euthanasie of palliatieve sedatie uiteindelijk aanbreekt, staan de patiënt en de naasten voor een harde overgang. Medisch is die overgang wel omschreven, volgens strikte protocollen. Maar hoe doe je recht aan die heiligheid van de mens en het leven dat haar of hem geschonken was?

Het boek van Post is vanuit de pastorale praktijk geschreven. De auteur werd als pastor in de context van lokale kerkelijke gemeente verschillende keren geconfronteerd met de ongemakkelijke momenten tijdens euthanasie. Omdat bij euthanasie de meeste aandacht uitgaat naar de arts, wordt bij het doorspreken van de procedure de mogelijke rol van een pastor nogal eens vergeten, zeker bij euthanasie in huiselijke kring. Dan treden er gemakkelijk allerlei haperingen in de communicatie op en daarmee ongemakkelijke situaties op een toch al hartverscheurend moment. Daarom onderzocht de auteur in zijn boek zowel de ervaringen van huisartsen en geestelijken met euthanasie in een huiselijke setting. In zijn boek brengt hij de onderliggende denkwijzen in beeld. Hij pleit uiteindelijk voor ‘liturgie voor het levenseinde’, die bedding biedt aan wat anders snel ongezegd en ongedaan blijft, bij het vieren en loslaten van het leven.

Pieter Post (foto: Johan Tempelaar)

Het is een grondig boek geworden. Het boek is systematisch en daarmee overzichtelijk opgebouwd. In zijn inleiding beschrijft Post op bondige wijze de achtergrond, presenteert hij zijn onderzoeksvraag en beschrijft zowel de afbakening als relevantie van zijn onderzoek. Hij informeert de lezer bondig over juridische aspecten en beroepsgeheim, maar ook onderliggende theologische aspecten van bijvoorbeeld het zelfbeschikkingsrecht. Hij beschrijft de belangrijke rol van een euthanasie-consulent, als iemand die stervende en naasten begeleidt in de morele en levensbeschouwelijke dilemma’s van het euthanasie-proces. Hij besteedt veel aandacht aan de communicatie tussen stervende, pastor (geestelijke) en arts. Het is immers hier dat veel te winnen valt.

Tegelijkertijd start het boek vanuit de ervaring in de praktijk en houdt het deze praktijk op verschillende momenten in het oog. Via casus-beschrijvingen komt de veelzijdigheid van die praktijk goed in beeld. Het pleidooi voor een ‘liturgie voor het levenseinde’ wordt uitgewerkt met een concreet liturgisch voorstel. De auteur levert daarnaast nog een aanzet tot een lijst van zorgvuldigheidseisen aan de geestelijke. Net als de huisarts, die voor zijn medische begeleiding aan zorgvuldigheidseisen gehouden is, mag volgens Post ook van de geestelijke verwacht worden dat zijn begeleiding toetsbaar is aan de hand van gezamenlijk vastgestelde kwaliteitscritera. Om de pastorale begeleiding van euthanasie in te bedden in de praktijk van de kerkelijke gemeente zijn er bovendien nog gespreksvragen meegeleverd.

Als geestelijk verzorger in het verzorgingshuis ben ik blij met het boek, omdat het me zal helpen in gesprekken aan te gaan met de collega’s op de werkvloer, die vanuit een andere rol en een ander om een bewoner heen staan. Dat zal het onderling begrip denk ik zeker helpen.

* en alle andere persoonsvormen

Tekst: Iris Speckmann
Beeld: Engin Agyurt