Samen kan er meer!

Het is het eerste weekend van juli, 2022. De Ring Midden-Nederland houdt een bijeenkomst in Dopersduin.

Een groep leden van aangesloten gemeenten en een aantal van hun voorgangers komen samen om een etmaal lang kennis met elkaar te maken en te onderzoeken of en hoe ze met elkaar de toekomst kunnen ingaan. De bijeenkomst is zorgvuldig voorbereid en de aanwezigen hebben hun huiswerk gedaan door in hun gemeente navraag te doen naar hoe men de toekomst ziet.

Hoe kunnen we het beste de toekomst ingaan?

Het is een van de eerste bijeenkomsten die ik bijwoon in mijn nieuwe rol als consulent gemeenteondersteuning. Ik verwonder me over de vanzelfsprekendheid waarmee er snel een hechte groep ontstaat. In de loop van de avond ben ik bijna vergeten wie bij ook weer bij welke gemeente hoort. De bereidheid om buiten de eigen gemeente te denken is groot. Er is een hoop gemeenschappelijkheid, niet alleen in het geloven en het gemeente-zijn, maar ook voor wat betreft de problematiek. Zoals het tekort aan bestuurders, de toenemende moeite om het zakelijke gedeelte van de gemeente draaiende te houden en de gestage afname van het ledental. Terwijl de leden van deze Ring in de gelukkige omstandigheid zijn dat hun gemeenten nog voorgangers hebben, en de afstanden tussen de verschillende gemeenten relatief klein zijn.

Tijdens de inspirerende en hoopvolle bijeenkomst ontstaat het idee om verder te onderzoeken hoe onderlinge samenwerking, zowel op Ring- als op gemeenteniveau, versterkt kan worden en versterkend kan werken. Inderdaad wordt daar de maanden erna concreet gevolg aan gegeven, zowel op bestuursniveau als binnen het Ringconvent.

Nu nadenken

Sinds mijn aanstelling in juni 2022 als consulent gemeenteondersteuning heb ik veel gemeenten bezocht en vele (regionale) bijeenkomsten, zoals bovengenoemde, bijgewoond. De uitdagingen die een autonome doopsgezinde gemeente in deze tijd heeft, staan niet op zichzelf. Het is niet nieuw dat er bij veel gemeenten sprake is van krimp, zowel van het aantal gemeenteleden en bestuurders als van het aantal beschikbare voorgangers. Dat kan een kerkenraad behoorlijk wat zorgen geven.

Autonomie moet serieus genomen worden

Het algehele beeld is dat we veelal in hetzelfde schuitje zitten, maar dat nog niet helemaal duidelijk is waar we naartoe varen. Voor velen is het grootste vraagstuk hoe we het beste naar de toekomst toe kunnen bewegen. Laat staan hoe die toekomst eruit zal zien. Toch kunnen we daar het beste, nu er nog ruimte is, alvast over nadenken. Zeker wanneer er nog voldoende menskracht is en een voorganger die dat proces kan begeleiden.

Workshop

In november 2022 organiseerden het seminarium en de ADS in dat licht in Heerenveen een workshop voor kerkenraden, in aanwezigheid van het FDS-bestuur. Er deden in totaal elf gemeenten mee die vacant waren of dat in de komende vijf jaar zullen worden. Landelijk is het aantal voorgangers dat de komende jaren met emeritaat gaat al groot, maar in het Noorden van het land is het een aanstaand feit. Een grote poule van nieuwe voorgangers is er niet. Daarom moet er vooruitgedacht worden.

Het doel van de workshop was vooral om verbinding te leggen tussen de gemeenten onderling, juist vanuit de vraag na hoe om te gaan met het vacant zijn of worden. Achterliggende gedachte was dat de gemeenten er niet alleen voor staan en elkaar vanuit hun gemeenschappelijkheid kunnen vinden.

Het vertrekpunt is altijd de eigen gemeente

Uit de gesprekken bleek openheid en nieuwsgierigheid naar elkaar. Velen benoemden het belang van een goede voorganger, en zorgen om de toekomst van de eigen gemeente werden gedeeld. Vanuit de ADS werd verteld over de verschillende samenwerkingsvormen elders in het land. Zoals het team van regiopredikanten in het GDS-gebied, in de provincie Groningen, en de regiopredikant in Noord-Holland Noord en in de Zaanstreek. Het was een goede bijeenkomst waarin nieuwe contacten ontstonden en waar inmiddels op lokaal niveau zoekend een vervolg aan is gegeven.

Samenwerken?

Veel gemeenten hebben vaak al van alles geprobeerd om de hedendaagse uitdagingen het hoofd te bieden. Vaak wordt dat logischerwijs eerst binnen de eigen gemeente onderzocht, bijvoorbeeld door een commissie ‘toekomst’. Of er wordt een andere bestuursstructuur ingericht, met een kleinere kerkenraad. En op sommige plekken wordt voorzichtig gekeken naar de mogelijkheden van samenwerking.

Samenwerken kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld regionaal, door contact te leggen met omliggende doopsgezinde gemeenten zoals in de eerder genoemde voorbeelden. Vooral bij het beroepen van een nieuwe voorganger is dit een goede optie, niet in de laatste plaats om een aantrekkelijke aanstelling te kunnen aanbieden. Meerdere kleine vacatures maken immers één grotere aanstelling. Maar je kunt ook lokaal contact leggen met ander kerkgenootschappen, want vaak spelen daar dezelfde problemen. Er zijn verschillende voorbeelden van samenwerkingsvormen in het land.

Het advies: zoek verbinding

Voors en tegens

Toch zijn er allerlei argumenten om het pad van samenwerking te mijden. Zoals het gebrek aan mobiliteit van de oudere gemeenteleden, waardoor ze niet naar een andere kerk kunnen dan die van hun eigen gemeente. Of dat de eigen gemeente en wat de leden daar willen het belangrijkst is, en dat die liever niet met andere gemeenten willen samenwerken. Of hoe belangrijk het behoud van het eigen kerkgebouw is vanwege de rijke geschiedenis.

De autonomie van de eigen gemeente en het daarbij horende gevoel is iets om serieus te nemen. Maar samenwerking betekent niet dat je dat dat ineens kwijt bent. Het vertrekpunt is altijd de eigen gemeente. Van daaruit verbind je je met anderen. Als de toekomst ongewis is, de voorganger weggaat of de kerkenraad moeilijk te vullen is, is het advies: zoek verbinding met andere gemeenten. Of leg contact met de ADS en vraag die om mee te denken.

Nog vaak denk ik aan dat etmaal in juli. Hoe er zomaar iets ontstond, in één dag.

Samen kan er meer – en dat is een hoopvolle gedachte!

Dit stuk verscheen eerder in Mondig 3

Tekst: Willemijn Heerlien
Beeld: Ramon Philippo