Boodschap van Paus Leo XIV bij de herdenking van 500-jarig anabaptisme

Tijdens de viering en herdenking van 500 jaar Anabaptisme, op 29 mei 2025 in Zürich, werd de onderstaande boodschap van de onlangs geïnstalleerde Paus Leo XIV voorgedragen.

In zijn boodschap onderstreept de paus dat het anabaptisme voortkomt uit het verlangen naar vernieuwing en radicale liefde. Hij roept de lezers, zowel van katholieke als van doopsgezinde zijde op om alles in het werk te stellen voor de verdere verzoening en vrede, zowel tussen ons als christenen, als in de door oorlog verscheurde wereld.

De boodschap is in lijn met zijn programmatische voornemen om Christus na te volgen in het zoeken naar verzoening en vrede. Bovendien is de boodschap in lijn met de eerdere verzoenende dialogen tussen doopsgezinden en katholieken. (zie: Katholieke Vereniging voor Oecumene, Samengeroepen om vredesstichters te zijn. Verslag van de internationale Dialoog tussen de Rooms- Katholieke Kerk en de Mennonite World Conference 1998-2003, 2006/2020)

Introductie: I.Speckmann

Aan de deelnemers aan de herdenking van 500 jaar Anabaptisme

Zürich, 29 mei 2025

Nu u bijeenkomt om 500 jaar dopersbeweging te herdenken, wil ik u allen, beste vrienden, hartelijk danken met de eerste woorden die de verrezen Jezus sprak: “Vrede zij met u!” (Joh 20:19-20 – Op de avond van die dag, de eerste dag van de week, toen de deuren gesloten waren waar de discipelen zich bevonden, uit angst voor de Joden, kwam Jezus in hun midden staan en zei tot hen: “Vrede zij met u.”  Toen hij dit gezegd had, toonde hij hun zijn handen en zijn zijde).

In de vreugde van ons Paasfeest moeten we nadenken over de verschijning van Christus op de avond van die “eerste dag van de week”, toen Jezus niet alleen door muren en gesloten deuren heen kwam, maar ook door de angstige harten van zijn discipelen. Bovendien was Christus, bij het overbrengen van zijn grote geschenk van vrede, gevoelig voor de ervaring van zijn discipelen, zijn vrienden. Hij verborg de zichtbare sporen van zijn lijdensweg op zijn glorieuze lichaam niet.

Door de vrede van de Heer te ontvangen en zijn roeping te aanvaarden – wat ook inhoudt dat ze openstaan voor de gaven van de Heilige Geest – kunnen alle volgelingen van Jezus zich onderdompelen in de radicale nieuwheid van het christelijk geloof en de christelijke levenswijze.  Een dergelijk verlangen naar vernieuwing kenmerkt de doperse beweging zelf.

Het motto dat voor uw viering gekozen is, ‘De moed om lief te hebben’, herinnert ons er bovenal aan dat katholieken en doopsgezinden alles in het werk moeten stellen om het gebod van de liefde, de oproep tot christelijke eenheid en de opdracht om anderen te dienen, in praktijk te brengen. Het onderstreept ook de noodzaak van eerlijkheid en vriendelijkheid bij het overdenken van onze gedeelde geschiedenis, die pijnlijke gebeurtenissen en verhalen omvat die tot op de dag van vandaag de betrekkingen tussen katholieken en doopsgezinden en hun beeldvorming beïnvloeden. Het is daarom van cruciaal belang dat we samen onze herinneringen zuiveren en onze geschiedenis herinterpreteren, om wonden uit het verleden te helen en een nieuwe toekomst op te bouwen door de ‘moed om lief te hebben’. Bovendien kan alleen op deze manier de theologische en pastorale dialoog blijvende vruchten dragen (Joh 15:16 – U hebt Mij niet gekozen, maar Ik heb u gekozen en u aangesteld opdat u zou heengaan en vrucht dragen en opdat uw vrucht blijvend zou zijn; opdat alles wat u de Vader in mijn naam vraagt, Hij het u moge geven).

Dit is zeker geen gemakkelijke taak!  Toch was het juist in tijden van beproeving dat Christus de wil van de Vader openbaarde. Toen Hij door de Farizeeën werd uitgedaagd, leerde Hij ons dat de twee grootste geboden zijn om God en onze naaste lief te hebben (Matt. 22:34-40 – Toen de Farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën het zwijgen had opgelegd, kwamen ze bij elkaar. En een van hen, een advocaat, stelde Hem een vraag om Hem op de proef te stellen. “Meester, welk is het grootste gebod in de wet?”  En hij zei tegen hem: ”Gij zult de Heer, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw hart. Gij zult de Heer, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. En een tweede gebod is daaraan gelijk: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Van deze twee geboden hangt de gehele wet en de profeten af.”) Aan de vooravond van zijn lijdensweg sprak Jezus over de noodzaak van eenheid, “opdat allen één zijn… opdat de wereld gelooft” (Joh. 17:21). Mijn wens voor ieder van ons is dan ook dat we met de heilige Augustinus kunnen zeggen: “Mijn hele hoop is uitsluitend gevestigd op uw zeer grote barmhartigheid. Geef wat U beveelt en beveel wat U wilt” (Belijdenissen, X: 29, 40).

Ten slotte is het, in de context van onze door oorlog verscheurde wereld, onze voortdurende reis van genezing en van groeiende broederschap, van vitaal belang dat we ons als christenen verenigen, want hoe meer verenigd christenen zijn, des te effectiever zal ons getuigenis van Christus, de Vredevorst, zijn bij het opbouwen van een beschaving van liefdevolle ontmoeting.

Met deze gevoelens in gedachten, verzeker ik u van mijn gebeden dat onze broederlijke betrekkingen zullen verdiepen en groeien.  Ik roep over u allen de vreugde en sereniteit uit, die van de verrezen Heer komen.

Uit het Vaticaan, 23 mei 2025.   LEO P.P. XIV

Bijbelcitaten (cursief) ingevoegd. Originele tekst vind je op: Message of the Holy Father to the Participants in the Commemoration of 500 years of the Anabaptist movement [Zurich, 29 May 2025] (23 May 2025) | LEO XIV