Licht dat door de duisternis heen breekt

Het is januari 2022 en ik lees Doopsgezind Nu op mijn laptop: ‘De Hutgemeente in Emmen had in haar doopsgezinde kerkgebouw een kunstwerk hangen: een muurkandelaar. Dit kunstwerk is met de opheffing van de Hutgemeenschap beschikbaar voor belangstellende doopsgezinde gemeenten. De kunstenares en de opgeheven gemeente zouden het een mooi idee vinden wanneer de kandelaar een nieuwe bestemming krijgt in een kerkelijke ruimte.’

Ik las verder dat het kunstwerk in de jaren 60 is gemaakt door Simone Haak en als idee en gedachte achter het ontwerp heeft: ‘Licht dat door de duisternis heen breekt’. Hoe pastoraal kan een kunstwerk met zo’n titel zijn, dacht ik. Maar ook de ‘om elkaar heengeslagen armen’ die ik erin zag, raakten me. Is dat niet hoe we gemeente willen zijn: er zijn voor elkaar en hen die ons omringen, dichtbij en verder weg? Warm, liefdevol en beschermend, maar ook elkaar versterkend, als een steun in de rug!

Bovendien: de gedachte dit kunstwerk te kunnen behouden voor de toekomst, en daarmee de Hutgemeente in Emmen ook na opheffing blijvend te gedenken, vond ik mooi. Ik schreef de kerkenraad en geestelijk werkers in Aalsmeer dat het me een goed idee leek het kunstwerk een plek in onze vermaning te geven. Na enig beraad stemde de kerkenraad ermee in en we gaven aan dat we belangstelling hadden.

Maar we bleken niet de enigen te zijn… Ook de doopsgezinde gemeente Giethoorn, bij monde van Gerke van Hiele, had belangstelling. Tja, wat was nu wijsheid? Gerke reageerde met de woorden: ‘Er is maar één doopsgezinde gemeente met een blad als Levenslicht. Het zij hun in Aalsmeer van harte gegund. Hartelijke groet uit Giethoorn, Gerke van Hiele.’

Na deze hartelijke toezegging kon de overdracht in gang worden gezet. De kunstenares haalde het kunstwerk zelf op in Emmen, waar broeder Siebolt Beetsma, die het proces van overdracht tot aan vandaag zorgvuldig heeft begeleid, haar ontving.

Vervolgens kwam Simone Haak afgelopen 15 maart de kandelaar zelf brengen. Zelf was ik het meest benieuwd naar de achtergrond van het kunstwerk: ‘Licht dat door de duisternis heen breekt’. Simone vertelde dat de kandelaar geïnspireerd was door haar vaders Godsbeeld. Ze was 14 jaar en ze had tijdens een wandeling aan haar vader gevraagd: ’Je gaat wel naar de kerk, maar geloof je nu eigenlijk ook?’ Daar had hij over na moeten denken en tenslotte geantwoord: ‘God, dat is de natuur, in die kracht geloof ik.’ Dat had geleid tot een organisch werk, met bladeren die over elkaar heen vallen en waaruit licht óplicht. Haar vader en moeder waren altijd betrokken geweest bij de doopsgezinde gemeente Emmen en ze was blij dat haar werk toch weer in een kerk kwam te hangen.

Jan Walch bleek bereid de kandelaar te bevestigen. Geen sinecure, want hij weegt 12 kilo. Bovendien heeft Jan, met instemming van Simone, vanwege de veiligheid de kandelaar elektrisch gemaakt.

We zijn niet over één nacht ijs gegaan waar hij uiteindelijk zou komen te hangen. In de kerkzaal, zoals in Emmen, zou vanwege de Amsterdamse Stijl van onze vermaning niet gepast zijn. Maar in de hal kon het wel heel goed.

Afgelopen zondag, 4 december, werd de kandelaar officieel een onderdeel van de doopsgezinde gemeente Aalsmeer. Broeder Siebolt Beetsma liet weten dat de zusters en broeders uit Emmen verheugd zijn, evenals de maakster, dat de kandelaar weer een plaats heeft gekregen in een kerkelijke ruimte. Als een lichtend vuur zal de kandelaar in ons midden zijn. We hebben ervan gezongen met de woorden van lied 598: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur.’ We zongen het tweemaal.

Tekst: Ellen van Houten
Beeld: Simone Haak