Theo te Winkel reageerde uitgebreid op het interview met Henk Stenvers in het kerstnummer van Mondig. Hieronder kunt u zijn (ingekorte) reactie lezen.
In het laatste nummer van Mondig (6-2024) legt Henk Stenvers uit dat wij alle aanslagen in het Midden-Oosten veroordelen, maar niet neutraal willen zijn. Zoals zo vaak – Henk en ik hebben met plezier samengewerkt toen Henk nog bij de ADS werkte – deel ik volledig zijn gedachten. Het enige wat ik mis, en dat is niet alleen bij het lezen van zijn artikel zo, maar ook bijvoorbeeld bij de interviews van de NOS-correspondenten in Tel Aviv of op de West Bank, zijn actuele voorbeelden van hoe het leven daar is en wat de invloed is van de regering en plaatselijke bewindvoerders. Daarom een reactie.
In 1965 besloot ik als praktisch werker voor mijn studie naar Israël te gaan en zo woonde ik bijna 9 maanden in het tehuis voor mijnwerkers ‘Beith Hacoree’ in Eilat. De kopermijnen van Salomo bevonden zich in Timna, zo’n 20 mijl ten noorden van Eilat in de Negev woestijn. Er waren geen schachten, maar het ging vals plat schuin omhoog de berg in. Buiten stonden vrijwel nieuwe persluchtlocomotieven in de woestijn te roesten. Toen ik vroeg hoe dat kwam, kreeg ik te horen dat het een aankoop-miskleun was. In het woestijngebied komt namelijk makkelijk zand in de luchtleidingen, en dus werkt perslucht daar niet of nauwelijks.
‘Wie heeft dan die gloednieuwe elektrische locomotieven in de mijn betaald?’ vroeg ik. Ik kreeg te horen dat de Duitsers dat betaald hadden. Die gang van zaken had ik eerder gehoord.
Bijvoorbeeld: een jood stuurt een bericht dat zijn oma in 1943 is overleden, en wekt daarmee de suggestie dat dat door de Tweede Wereldoorlog is gekomen. De Duitsers zijn erg schuldbewust en dus wordt meteen de portemonnee getrokken. Typisch iets dat, als je dat in de Amsterdamse Dapperstraat of op het Waterlooplein vertelt, meteen gevolgd wordt door andere voorbeelden.
Wie heeft dan die gloednieuwe elektrische locomotieven betaald?
Dan nog wat ervaringen vanuit het ‘normale’ Israël ten noorden van de Negev, waar wij in vrije weken of tijdens korte vakanties naartoe gingen. Terwijl wij daar waren kwam de bevrijde joden vanuit Ethiopië naar Israël. Die onderscheidden zich door hun overwegend donkere huidskleur. Het was afschuwelijk om te zien hoe zij werden gediscrimineerd, en geen mens die daar in de bus, winkel of restaurant iets van zei. Enkele keren sprak ik in een kibboets met jongeren van 17-25 jaar, en hoorde dat zij volkomen waren uitgekeken op het leven in zo’n vredige, landelijke gemeenschap. Ze spraken verheerlijkend over de vrijheden in Zweden of de VS en hadden niets meer met het zionistisch pionieren van de generaties voor hen. Ook hadden ze niets met het leger. Toen wij een keer bij een Nederlands blauwhelmen (VN-grensbewaking) officiersechtpaar logeerden, hoorden wij een juichend verhaal. De Arabieren, o.m. in Accra – een vrijwel 100% moslimstad aan zee – en in andere Palestijnse enclaves, werden gedoogd maar hoorden er eigenlijk niet bij.
Wat de mensen van Hamas op 7 oktober 2023 daar bij Gaza hebben uitgespookt, wat ze hebben gedaan met die schaars geklede jongeren op dat discofeest, overschrijdt natuurlijk alle grenzen. Dat geldt ook voor de ‘kerst’toespraak van één van de Hamasleiders en bestuurslid van bijna het eerste uur. Hij wenste alle joden en ook de ‘onbetrouwbare’ (zijn woordkeuze) christenen het ergste: gauw naar de hel. Aan de andere kant gruwel ik van de orthodoxe joden, die op de West Bank luid durven te beweren dat God die Palestijnse grond aan de joden heeft toegezegd. Veel orthodoxe joden meten zich bovendien de jas aan Leviet te zijn.
Moge er toch vrede komen! Ook in Yemen, Sudan, Oekraïne en de VS.
Als u het hele verhaal van wil lezen, kunt u contact opnemen met communicatie@ads.nl, dan krijgt u het hele verhaal in uw mailbox.
tekst: Theo te Winkel
Beeld: Alice Donovan Rouse